Water is lekker, gratis, gezond en suikervrij! In Zaanstad stimuleren we dat kinderen steeds vaker water drinken en minder vaak zoete dranken.
Vind je gezondheid ook belangrijk? Met de Gezonde School-aanpak werk je structureel aan de gezonde leefstijl van kinderen en deskundigheid van medewerkers.
Ook een Gezonde School worden? Mail de adviseurs Gezondheidsbevordering van GGD Zaanstreek-Waterland voor advies: gb@ggdzw.nl.
Op veel Zaanse scholen en kinderopvang is water drinken heel gewoon. Ook water drinken de norm maken? Wij helpen mee. Bel Annelijn de Ligt op
06-58855764/ info@joggzaanstad.nl.
Samen kijken we welke afspraken passen binnen school en hoe we dat implementeren. Inspiratie kan je halen uit dit Gezond Voedingsbeleid (goedgekeurd door het Voedingscentrum) en Stappenplan gezond eten & drinken op school.
U wilt wel over op water, maar zonder te verplichten naar ouders, en zonder gedoe voor uw team?
Vraag dan aan de kinderen wie mee wil doen, eigen keuze. Zij krijgen een bidon als ze geen pakjes drinken meer meenemen. Meestal is dat 80% van de klas. De rest volgt later.
Tip voor betaalbare, BPA vrij en praktische bidons (kies doorzichtige variant).
Zie les ideeën voor themaweek Gezonde Leefstijl
'Les je dorst' is een rekenles waarin leerlingen omrekenen hoeveel suikerklontjes er in een pakje drinken zitten. Hoeveel minuten moet je wandelen of fietsen om je pakje drinken te verbranden?
Inhoud:
(Aan)vragen?
Mail de adviseurs Gezondheidsbevordering van GGD Zaanstreek-Waterland: gb@ggdzw.nl. NB. alleen bestemd voor scholen in de regio Zaanstreek -Waterland.
(Aan)vragen? Mail JOGG-Zaanstad:
info@joggzaanstad.nl.
* Gemeente Zaanstad is sinds 2012 een JOGG-gemeente. Pelders-Hoornseveld, Rosmolenwijk, Poelenburg en Zaandam-Zuid gekozen tot JOGG-wijken. JOGG-Zaanstad gaat samen met deze wijken aan de slag voor een gezonde jeugd. JOGG-Zaanstad ziet kansen in deze vier wijken, omdat de overgewichtcijfers hier hoog zijn. In groep zeven bijvoorbeeld zijn 1 op de 5 kinderen in Nederland te zwaar. In sommige Zaanse wijken is dit zelfs 1 op de 3 (bron: Metingen Jeugdgezondheidszorg 2016, groep 7).